cul·tuur de; v -turen, mv ook -tures het geheel van gemeenschappelijke verworvenheden en waarden, kennis en inzicht op het vlak van het geestelijk en zedelijk leven; de wetenschap, de kunsten, de mens- en wereldbeschouwing; beschaving: eetcultuur, wooncultuur
prak·tijk de; v(m) daadwerkelijke, feitelijke toepassing van voorschriften, regels of theorieën: iets in ~ brengen toepassen
Met andere woorden, ervoor zorgen dat iedereen in de praktijk kan deelnemen aan onze cultuur, aan onze maatschappij.
|